Oratorium : Benedictus, man van vrede

De Kovel vierde zijn koperen jubileum met drie uitvoeringen van het Benedictusoratorium Man van vrede!

De drie uitvoeringen vonden plaats te Leuven in de Abdijkerk van Keizersberg op vrijdag 18 oktober, te Mechelen in de Sint-Romboutskathedraal op zondag 20 oktober, en te Nijmegen in de Dominicuskerk op zaterdag 26 oktober.
In Nijmegen had voorafgaand aan de uitvoering van het oratorium een minisymposium plaats, geleid door prof. dr. Peter Nissen, prof. dr. Thomas Quartier osb en dom Dirk Hanssens osb.
Het Benedictusoratorium bood zijn luisteraars een ongemeen boeiende ontdekkingstocht in de mysterieuze, soms ronduit aardse, op sommige punten zelfs ludieke, maar altijd hoogspirituele wereld van “Benedictus, man van vrede, mens van licht, heilige hierboven”.

Het oratorium Benedictus, man van vrede is een compositie die in het jaar 1999 aan de werktafel van Peter Pieters ontstond. Het werd geschreven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de abdij Keizersberg in Leuven, en viert dus dit jaar zijn 20ste verjaardag. De redactieleden van het monastieke tijdschrift De Kovel vonden er niets beter op dan drie uitvoeringen van dit unieke muziekwerk voor gemengd koor en uitgebreid kamerorkest te programmeren voor de viering van het koperen jubileum van hun blad.

Het schilderachtige libretto van het oratorium is van de hand van Dirk Hanssens osb, hoofdredacteur van De Kovel. De tekst biedt meer dan een loutere samenvatting van het levensverhaal van Benedictus van Nursia, de schutsheilige van Europa. Het libretto beslaat 15 taferelen, wordt voorafgegaan door een proloog en besloten met een epiloog. Elk tafereel heeft zijn eigen karakter en sfeer. Die sfeer vertaalt zich in de partituur van Peter Pieters die daarvoor gebruikt maakt van een gemengd koor, een jongerenkoor, een sopraan-, tenor- en baritonsolo, een recitant en een instrumentaal ensemble bestaande uit hout- en koperblazers, slagwerk en orgelpositief.

De rode draad doorheen het werk is het levensverhaal van Benedictus, zoals paus Gregorius de Grote het optekende. Benedictus ondernam een tocht vanuit Nursia, zijn geboortestad, naar Rome. Zijn vlucht uit Rome, stad van verderf, en het zoeken naar inkeer en afzondering in Effide en Subiaco doen zijn roeping rijpen. Benedictus krijgt volgelingen, maar ook afgunst en jaloezie vallen hem te beurt. Uiteindelijk geeft hij het nutteloze gevecht tegen de kwade machten op als hij merkt dat iemand hem probeert te vergiftigen. Een lastige reis door het gebergte brengt hem en zijn leerlingen op de top van de mythische Monte Cassino, waar ze tussen de ruïnes van de heidense tempels hun monastieke leven hervatten. Hier schrijft Benedicus zijn Regula Monachorum, de levensregel voor monniken en het begin van een bloeiende kloosterorde.

Dit levensverhaal is opgesmukt met citaten uit de Regula en met een snoer van ‘wonderverhalen’, die van het geheel een boeiend, bijna filmisch luisterspel maken. De muziek sluit daar op impressionistische, soms ook expressionistische manier bij aan. De partituur vraagt van de uitvoerders grote technische beheersing en inlevingsvermogen om in elk tafereel de juiste sfeer op te roepen. Zo is de muzikale toon, het ritme, het instrumentarium en de dynamiek eerder opzwepend, zelfs ietwat gewelddadig, als de bezweringsformule uit de medaille van Benedictus in het libretto voorkomt: Crux sacra sit mihi lux. Non draco sit mihi dux. Vade retro satane! (Dat het heilig kruis mij een licht weze. Dat niet de draak mijn gids weze. Ga hier vandaan, satan!) In schril contrast hiermee staat het daaropvolgende deel: enkele kinderstemmen zingen vanuit een ijle, mistige verte, eenstemmig, met enkel orgelbegeleiding: Het moet in alle vroegte zijn geweest, net als toen… Een verwijzing naar de paasmorgen.

Uitvoerders waren
Vier koren:    Mechels Kathedraalkoor, Camerata Aetas Nova, Koristen van Keizersberg, Kunsthumaniora Lemmensinstituut
Vier solisten: Astrid Stockman (sopraan), Lieven Termont (bas), Laurens-Alexander Wyns (tenor), Jos Stroobants (recitant)
Een kamerorkest voorbereid door Philippe Benoit, Rik Ghesquière, Tim Ouderits, Peter Jeurissen (orgel)

Het geheel stond onder de leiding van dirigent Johan van Bouwelen.